Welstand: Stalberg-West / Wildveld

Als uitgangspunt voor iedere welstandsbeoordeling gelden de redelijke eisen van welstand.

Welstandsniveau: regulier

Het beleid is gericht op versterking van de herkenbaarheid en doorontwikkeling van het waardevolle beeld dat met name in de eerste helft van de twintigste eeuw vorm kreeg.

Voor kleine veelvoorkomende bouwwerken in reguliere welstandsgebieden zijn sneltoetscriteria opgesteld.

Gebiedskarakteristiek

Na de voltooiing van de stadsuitbreiding volgens de plannen van Van Gendt uit 1872 was er rond 1900 door toename van de bevolking wederom behoefte aan uitbreiding van de stad. Er werd een nieuw plan van uitleg uitgewerkt, het zogenoemde ‘Plan No.1’. De uitbreidingsgebieden sloten aan op de uitbreiding volgens Van Gendt, onder andere ook het gebied in de oksel van de Kaldenkerkerweg en de Burgemeester van Rijnsingel. Aan de oostzijde wordt het gebied globaal begrensd door de Hertog Reinoudsingel. De bebouwing in het gebied kwam tot stand in de periode tot aan de Tweede Wereldoorlog.  

In de omgeving Stalberg-West/Wildveld bestaat de bebouwing vrijwel uit individuele woningen, tot stand gekomen door verschillende opdrachtgevers en verschillende architecten. De samenhang in de architectuur wordt gevonden in de toepassing van dezelfde materialen (baksteen, keramische dakpannen en betonelementen) in eenzelfde expressie. Karakteristieke kenmerken zijn:

  • Het rustige evenwicht in de gevelcompositie: balans tussen de horizontale lijnen van de vensterreeksen/gootlijsten en de verticale lijnen van de vensterassen.
  • De ambachtelijke, overwegend eenvoudige baksteenarchitectuur met klok- en lijstgevels en gesloten metselwerk waarin ramen en deuren als gaten zijn uitgespaard.
  • De houten kozijnen en ramen hebben veelal een traditionele opzet en indeling (draai- en schuiframen met roeden).
  • De generfde textuur en de verschillende tinten rood/bruin metselwerk, de wisselende metselverbanden en het platvolle voegwerk zorgen voor een levendig en ambachtelijk gevelbeeld.
  • Vrijwel elke gevel heeft bescheiden accenten of ingetogen versieringen die zich onopvallend in het gevelbeeld voegen, zoals smeedijzeren raamhekken, keramische tegels, siermetselwerk, natuurstenen accenten.

De buurt is cultuurhistorisch van belang vanwege de systematische aanpak van het stedenbouwkundig plan en de gaafheid en herkenbaarheid daarvan. De architectuur is van belang als voorbeeld van de ontwikkeling van de individuele stadswoning waarin de veelheid en bijzonderheid van architectonische expressie tot uitdrukking is gebracht. Verder is de architectuur van belang vanwege de grote rijkdom en diversiteit aan individuele bouwwerken, materiaalgebruik, detaillering en stedenbouwkundige accenten in de vorm van bijzondere hoekoplossingen. Karakteristiek zijn bijzondere details met betrekking tot gootlijsten, ornamenten en vensterkozijnen met karakteristieke roedeverdelingen.