Welstand: Karel van Egmondstraat / Stalbergweg / Leutherweg / Schaapsdijkweg-Jean Laudystraat

Als uitgangspunt voor iedere welstandsbeoordeling gelden de redelijke eisen van welstand.

Welstandsniveau: regulier

Het beleid is gericht versterking van de herkenbaarheid en doorontwikkeling van deze structurerende wijkwegen.

Voor kleine veelvoorkomende bouwwerken in reguliere welstandsgebieden zijn sneltoetscriteria opgesteld.

Gebiedskarakteristiek

Deze hoofdontsluitingswegen structureren Venlo-oost in oost-west richting en delen het woongebied op in een aantal woonbuurten met een eigen karakter. De wegen zijn enerzijds merendeels centrumgericht en anderzijds staan ze haaks op de groene steilrand, doorsnijden hem en lopen door naar de woonbuurten op het hoogterras. De basisstructuur van deze wijkwegen werd in het zogenaamde Basisplan-Oost na de Tweede Wereldoorlog vastgelegd. Daarbij werden een aantal bestaande wegen met lintbebouwing, zoals Stalbergweg, Leutherweg en Schaapsdijkweg, geïntegreerd in de beoogde hoofdstructuur. In de wederopbouwperiode ontstond een aantal buurten met een eigen karakter. Deze zogenaamde parochiewijken hadden een bescheiden centrum met wijkvoorzieningen (onder andere Witveld, Vinckenhof).

Vanaf de jaren tachtig verdwenen vele glastuinbouwbedrijven in de natte zone van de steilrand vanwege ruimtegebrek en milieubeperkingen; deze gebieden werden ontwikkeld tot nieuwe woonwijken (Bij de Postwagen, Groenveld, Groenstraat-Noord en -Zuid).

Specifieke aspecten van de structurerende wijkwegen in Venlo-Oost zijn:

  • Bij Leutherweg en Stalbergweg is deze ontwikkeling nauwelijks merkbaar omdat langs deze wegen sprake was van aaneengesloten lintbebouwing en nauwelijks zicht op het erachter gelegen gebied.
  • De wijk Groenveld manifesteert zich vooral aan de Groenveldsingel die aansluit op Stalbergweg en Leutherweg met een doorbraak van de lintbebouwing.
  • Aan de Stalbergweg zijn voormalige tuinderswoningen nog goed herkenbaar. ze zijn echter gemengd met nieuwere vrijstaande woningen waardoor een afwisselend beeld is ontstaan.
  • De Karel van Egmondstraat is in de wederopbouwperiode aangelegd tussen de stad en de nieuwe woonbuurten ‘op de berg’: deze hoofdweg liep aanvankelijk tussen tuinbouwbedrijven door. Bebouwing aan deze weg ontstond pas in de negentiger jaren bij de ontwikkeling van de twee woonbuurten, Groenstraat-Noord en Zuid. De structurerende betekenis en belang van de Karel van Egmondstraat is vormgegeven met middelhoge appartementen aan weerszijden van de weg.
  • De Herungerweg was oorspronkelijk één lange doorlopende weg van de binnenstad tot in Herongen. het oorspronkelijke karakter was stedelijk met aaneengesloten bebouwing dichtbij de binnenstad en werd open en landelijker richting buitengebied. In het naoorlogse Basisplan-Oost met de grootschalige uitleggebieden werd de Herungerweg in stukken gesneden door de nieuwe hoofdwegenstructuur. het resultaat is een fragmentatie van de Herungerweg in diverse woonbuurten van latere datum. Dit deel van de Herungerweg heeft een gevarieerde bebouwing omdat veel open terreinen later tot invulling kwamen.
  • De Schaapsdijkweg heeft nog eenzijdig een agrarische uitstraling. De zuidzijde werd bebouwd met traditionele vrijstaande eengezinswoningen bij de ontwikkeling van Groenstraat-Noord. Het verlengde van de Schaapsdijkweg, de Jean Laudystraat, werd bij de ontwikkeling van de woonbuurten Withuisveld en Rijnbeek geïntegreerd als wijkontsluitingsweg.